Werkvormen A B C
i198014267_26195_2.gif
A tot en met Z groepsgrootte omschrijving doel
Alfabet 2-20 Stel je kort aan elkaar voor. Probeer vervolgens op alfabetische volgorde van namen te gaan staan namen onthouden
Bingo 20-50 Elke deelnemer krijgt een papier met daarop vakjes waarin antwoorden staan. De cursusleider roept vragen de zaal door die te maken hebben met de cursusinhoud. Degene die het eerst alle antwoorden die op zijn kaart staan aangekruist heeft, heeft gewonnen
Brillen 20-50 Schrijf een aantal stellingen op flap en leg die op tafeltjes. Maak groepjes van vijf en deel per groepje twee roze en twee zwarte brillen uit. Eén persoon observeert. De personen met de zwarte en roze brillen schrijven alles op wat er in hun opkomt. Na een kwartier gaan de brillen af en probeert de groep de verschillende gezichtspunten samen te brengen
Brainstormen 2-20 klassieke post-it brainstorm, klik rechts voor uitgebreide omschrijving Brainstormen
Buurman en buurman >50 Schud handen met je buurman en vertel waarom je gekomen bent. Doe hetzelfde met je andere buurman Kennismaking in grote groepen
Blindemannetje 2-50 Maak tweetallen. Een krijgt een blinddoek om (of ogen dicht). De ziende is verantwoordelijk voor de blinde en moet deze door de ruimte leiden. In eerste instantie door de hand vast te houden, later zonder elkaar vast te houden. Laat ze ook varieren in bijvoorbeeld snelheid (langzaam / snel lopen). Energizers / Vertrouwensoefening
C
D
Eilanden 2-20 Er zwemmen haaien in de zee maar er zijn niet genoeg eilanden voor iedereen. Als de cursusleider haai roept, gaan de deelnemers op een papier staan. Na elke ronde wordt er een papier wegghaald. Je mag met meer mensen op een papier staan
F
Ganzenbord 20-50 Hang ongeveer 40-50 opdrachten aan de muren (of schrijf ze op de grond). Verdeel cursisten in groepjes van vier en laat ze allemaal ergens ander starten. Ze hebben allemaal een dobbelsteen en onderweg voeren ze de opdrachten uit. Nadat iedereen de finish heeft gehaald, bespreekt het groepje de opdracht na. Daarna volgt een plenaire presentatie van de bevindingen
H
I
J
K
Lopen - Stilstaan 2-20 De hele groep loopt door de ruimte. Kris kras door elkaar. Zonder dat afgesproken is wanneer, staat de hele groep in één keer stil. Vervolgens gaat de hele groep tegelijk weer lopen. Dit herhalen tot het de groep ook daadwerkelijk lukt. Dan eventueel varieren in loopjes (huppelen/achteruit/etc) energizers / concentratie oefening
Mini-interview 2-20 Cursist 1 interviewt cursist 2 en vice versa en vervolgens stellen ze elkáár (en elkaars leerdoelen) voor Kennismaking
Namenspel 2-20 Ga in een kring zitten. Eén van de cursisten gaat in het midden staan en er is dus één stoel leeg. De cursist links van de lege stoel slaat met zijn hand op de lege stoel rechts van hem en roept een naam. Diegene gaat daar zo snel mogelijk zitten. Er ontstaat een andere lege plek. De cursist links van die stoel roept wederom een naam. Als die te langzaam is dan kan de persoon in het midden van de kring daar gaan zitten. De “langzame” cursist staat nu in het midden namen onthouden
Namenspel 2 2-20 Wederom in een kring. Nu met bal. Gooi de bal naar een cursist, terwijl je zijn of haar naam roept. Als het fout is, krijg je ´m terug. Als het goed is, gooit betreffende cursist de bal naar iemand anders namen onthouden
Overkant 2-50 Groepen maken van minimaal vijf mensen. Iedere groep drie stoelen geven. De opdracht is: Ga met de hele groep naar de overkant zonder met je voeten de grond te raken. Energizers
Panorama 2-50 Laat cursisten hun gezamenlijke visie op de toekomst tekenen, schrijven, verven op een muur vol papier. Alternatief: ieder krijgt zijn eigen schilderijtje waarop de cursist verbeeldt hoe hij zich een toekomst met het geleerde voorstelt Sluitstuk
Private investigator 2-20 Laat cursisten een antwoord op verschillende standaard voorstelvragen bedenken (Schrijf op: naam, hobbies, ervaringen, lekkerste eten) en laat ze zichzelf presenteren voor de groep. Geef ze alleen de opdracht mee om 1 of 2 dingen te vertellen die NIET waar zijn en geef de groep de opdracht om te raden wat niet waar is Kennismaking
Popcorn 2-50 Vertel je cursisten dat ze allemaal een maiskorreltje zijn dat opgewarmd wordt in de olie. En de pan wordt warmer en …. warmer energizers
Q
Raadsel 2-20 Verdeel de groep in tweetallen. Een van hen moet de hobby van de ander raden. Die hobby spreek je van te voren af en is nogaal 'vreemd'. Bijvoorbeeld: lopen op een drukke winkelstraat op zaterdag in een kangoeroepak met een cameel. De oefening dwingt tot het stellen van open vragen en confronteert met aannames.
Samenvatting 2-50 Verdeel de groep in groepjes, hang per groepje een flap aan de muur en geef het groepje de opdracht om in max. 15 minuten een getekende samenvatting van de ochtendsessie/dag te maken. Niet nabespreken, alleen vragen of iemand er iets over kwijt wil. Sluitstuk
Stickertjes plakken middelgrote groep Plak gekleurde stickertjes op het voorhoofd van je cursisten. Het aantal kleuren bepaalt het aantal groepen. De hoeveelheid per kleur bepaalt de grootte van de groepen. Laat je cursisten vervolgens - zonder woorden - uitzoeken bij welk groepje ze horen Indelen in groepjes
Sprookje 2-20 Aan het einde van de cursus laat je je cursisten in een sprookje vertellen wat ze geleerd hebben en hoe ze met het geleerde aan de slag willen gaan Sluitstuk
Schatkist 2-20 Een cursist schrijft op een briefje het belangrijkste dat hij/zij heeft geleerd en gooit het briefje opgevouwen in een "kist". Vervolgens kan iedereen er een briefje uitpakken en vertellen of - en waarom - ze dit leerpunt wel of niet onderschrijven Sluitstuk
Stoelendans 2-20 Zet een stoel minder neer dan de grootte van de groep. Als de muziek stopt, heeft een iemand geen stoel. Die zal een eerste reactie laten zien (teleursteling/boosheid/etc), de hele groep staat vervolgens op en doet dit uitvergroot na. Start de muziek weer en haal geen extra stoel weg. De persoon die net 'af' was doet gewoon weer mee en opnieuw doet de groep degene na die geen stoel weet te bemachtigen. Energizers
Terugspeeltheater 2 (en toeschouwers) Cursisten denken zich in wat de ideale eindtoestand is en spelen van daaruit - middels een dialoog - terug tot de tijd vóór de cursus begon Sluitstuk
Touwtje trekken 2-20 Strooi net zoveel touwen als je groepjes wilt vormen, op de grond. Laat ieder een uiteinde van het touw pakken. Degenen die hetzelfde touw hebben, horen dan bij elkaar Indelen in groepjes (tweetallen)
Uit de kast 2-20 welke kast in je huis vertelt het meest over wie je bent? Je klerenkast, je platenkast, je keukenkastjes… Geef de andere deelnemers een korte beschrijving en vertel wat enkele voorwerpen in die kast over je vertellen Kennismaking
Visualisatie 2-20 Deelnemers stellen zich voor dat zij elkaar over een jaar tegenkomen op het station en ze vertellen elkaar hoe zij terugkijken op de cursus. Wat hebben ze vastgehouden? Wat zijn ze weer kwijtgeraakt? Stimuleer de cursisten te overdrijven, uit te vergroten Sluitstuk
W
X
Y
Zoek de verschillen 2-50 Deelnemers gaan in twee rijen tegenover elkaar staan. Rij 1 draait zich met de rug naar rij 2. Iedereen in rij 2 verandert 3/4/5 dingen aan zijn uiterlijk. Rij 1 draait zich weer om en moet raden wat degene tegenover zich veranderd heeft. Daarna omwisselen. Energizers / Observatie oefening

je kunt de pagina editen of je commentaar achterlaten

Add a New Comment
Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 3.0 License